Udis


De tropische regenbui is vanmiddag meedogenloos. We zitten tegenover elkaar onder een zinken dak, Udis en ik. We kijken elkaar stil aan, want onze stemmen zijn door de regen onverstaanbaar voor elkaar. In februari kan het op Flores veel en hard regenen en dat doet het vandaag ook. De kleine vrouw tegenover me is niet knap, maar wel trouw en lief. Ze is 34 jaar en al drie keer getrouwd. Geen verhaal waar ze trots op is. Ze is wel trots op haar afkomst. Ze draagt Flores en Papoea genen in zich.

Vijftien jaar heeft ze in grote zorgen geleefd. Hoe kom ik aan eten en schoolgeld voor mijn vijf kinderen? Ze behoort niet tot de kleine welgestelde minderheid in Indonesië die precies weet hoe ze moet leven. Udis hoort tot de meerderheid in Indonesië die niet weet hoe ze het hoofd boven water moet houden. Iedere dag zoekt ze naar eten om haar vijf kinderen in leven te houden. Er zijn dagen bij dat ze maar één keer per dag rijst op de borden kan scheppen..

‘Drie maanden geleden overkwam mij een wonder’, zegt ze.
Inmiddels is de regenbui overgewaaid en kunnen we elkaar beter verstaan. Haar ogen twinkelen. Ze is het vuur door de zorgen niet kwijtgeraakt. ‘Ik ging dood, maar werd door priester Edi gered.’ Ik kijk haar vragend aan. ‘Mijn vijfde kindje moest met de keizersnee geboren worden. Maar niemand kon het geld bij elkaar krijgen voor de operatie. De dokter wilde pas opereren als mijn man geld liet zien. Priester Edi bracht vijf miljoen rupiah bij me. Een uur later zou ik dood gebloed zijn.’

Dan vertelt ze haar levensverhaal. Ze was 15 jaar toen ze werd verkracht door een oom. Ze bleek zwanger. Uit schaamte liet haar vader haar trouwen met een oude man. Niemand wilde immers een verkrachte vrouw. Toen hij een stok op haar rug kapotsloeg, vluchtte ze met twee kinderen naar Maleisië. Volgens insiders kon ze in Maleisië veel geld verdienen. Ze kreeg bij een rijke familie een baantje als huishoudelijke hulp. Als ze iets verkeerd deed kreeg ze geen loon en werd geslagen. Toen op een dag de ijskast uitviel en het vlees was bedorven, werd ze zo ernstig geslagen dat ze naar Indonesië terug vluchtte. Ze was het hele jaar nog niet uitbetaald. Terug in de kampong werd ze opnieuw door haar familie uitgehuwelijkt. Deze keer aan een alcoholist. Na vijf lange jaren van drinken, liegen en slaan, verdronk de man zichzelf en hield de hel op aarde voor haar en het gezin op.

Vier jaar geleden trouwde ze voor de derde maal. Dit keer met een man die van haar hield. Hij bleek tien jaar jonger te zijn. Twee kinderen heeft ze van hem. Opnieuw kijkt ze me aan. Haar trieste blik verandert als ze over priester Edi begint.
‘We hebben van hem een kamertje gekregen in de schuur. Ze trekt me mee naar een vertrek van vier bij vier meter. Er staat een ijzeren tweepersoonsbed waar het hele gezin op slaapt. Een kale tafel met een kapotte rieten stoel staan tegen het bed aangedrukt.
‘Hier wonen, slapen en eten we. Ik word nooit meer geslagen en hoef niet bang te zijn dat we honger lijden.’
Ze vraagt of ik een kopje thee wil en pakt mijn hand.Trots vertelt ze dat ze het huis van priester Edi schoonhoudt en voor hem kookt.‘Hij heeft een vrouwenhand nodig. Ik beteken veel voor hem en hij voor mij.’

Udis heeft geleden, dat is vooral aan haar gezicht te zien. Toch straalt ze kracht uit.De vele stormen hebben haar weerbaar gemaakt. Ze is één van die vrouwen, die je elke dag wel tegenkomt in Indonesië;  klein gehouden door het systeem, maar sterk geworden door geloof, hoop en liefde. Zij maken het onmogelijke mogelijk.

 354 total views,  1 views today