Het boek
In ‘Stem van de Stilte’ schildert Elisabeth Riphagen een portret van Gerard Cornelis Hamoen, een wijs mens voor wie niets vanzelfsprekend is. Opgegroeid in een arm boerengezin, klimt hij op van boerenarbeider, metselaar, melkhandelaar tot jeugdwerker en pastor. Twee wereldoorlogen, de maatschappelijke veranderingen in de twintigste eeuw en een traumatische gebeurtenis hebben grote impact op zijn leven.
Terwijl de kanker zijn lichaam langzaam sloopt, deelt hij in intieme keukentafelgesprekken zijn herinneringen met zijn dochter. Op integere wijze beschrijft Elisabeth het leven van haar charismatische vader, de vele gevechten die hij voerde en de kracht waarmee hij als spiritueel mens afscheid neemt van het leven.
Stem van de Stilte kopen en lezen
- Je kunt het boek natuurlijk kopen via je favoriete boekhandel. Als deze het niet op voorraad heeft kan het worden besteld.
- Online is het boek te bestellen bij de uitgever Ambilicious.
Ga hiervoor naar de bestelpagina van Stem van de Stilte. - En het is ook te bestellen via bol.com.
Een fragment uit het boek:
Het karakter van mijn vader is in de periode van de kanker niet veranderd. Wel heeft de kanker hem met een hemelse kalmte naar een stil leven gebracht. De grenzen van het donker worden op zijn ziekbed steeds meer ingeperkt en de grenzen van het Licht uitgebreid. Als hij mij binnen ziet komen, strijkt hij met zijn hand langs zijn kin. Ik geef hem een knuffel.
‘Er staat ons nog veel te doen,’ zegt hij met grote ernst. Nog veel te doen, vraag ik me af. Het boek is bijna klaar.
Geheel naar zijn aard gaat mijn vader verder: ‘Het gesprek over leven en dood hebben we nog niet afgerond. Voorbij het verstand ligt een onpeilbare afgrond, waarin alle woorden en gedachten zonder echo blijven, waaruit geen antwoord komt. Waar de liefde woont, die van een andere zijde spreekt. Ik probeer alles op te schrijven wat mijn vader zegt. Helaas kan ik niet alles verstaan. Zijn stem zakt weg.
‘Voorbij het verstand, in de bodemloze diepte ligt het leven. Daar glimlachen mensen naar elkaar.’
‘Wat was het verschil tussen arbeiders en welgestelde mensen?’ vraag ik.
‘De arbeiders waren door hun onderdrukte positie apathisch geworden,’ antwoordt hij. ‘Hun geloof op verbetering en vernieuwing was gebroken. Er werd gewacht op mensen die rebels durfden te zijn, die de moed hadden om voor deze mensen op te komen.’
‘Waarom durfden ze dat niet?’
‘Ze werden bestempeld als oproerkraaiers. Als arbeider moest je zwijgen, tevreden zijn en je schikken in je lot. Het was een schande als je iets over je slechte werkomstandigheden zei.’
‘Deed de kerk niets?’
Mijn vader lacht misprijzend.
‘De kerk liet het op alle terreinen afweten. Zij koos voor veiligheid en comfort en niet voor de kleine man. Lees straks maar wat ik over Rusland schrijf.’
503 total views, 1 views today